Zoals vele musici in CCO liggen Jan’s roots in het zuiden van het land en de lange traditie van blaasinstrumenten aldaar:

“Ik ben begonnen op tuba in een carnavalsband: De Jan Snel Kapel. In Utrecht heb ik daarna veel workshops en sessieavonden gedaan in het SJU-huis, met Gijs Hendrix en co. Daarnaast heb ik vier jaar sousafoon gespeeld bij de “Fanfare van de Eerste Liefde Liefdesnacht” in Amsterdam en maar liefst twintig jaar in het straatorkest “Brasta” gespeeld. Af en toe doe ik mee met de reggaeband General Jabbah, en we zijn bezig met een paar mensen een nieuw straatorkest te formeren, maar daarover later meer. Daarnaast speel ik af en toe dwarsfluit en chromatische mondharmonica. CCO is voor mij behalve de mooie en interessante muziek ook gewoon een heel gezellige groep om wekelijks mee samen te komen.”